EN ISO 11611

Lassen en soortgelijke processen

Beschermende kleding voor gebruik bij lassen en aanverwante processen is gecertificeerd volgens EN ISO 11611.

Goedgekeurde kleding voor lassen is altijd volgens EN ISO 11612 (hitte en vlammen) genormeerd. Tweedelige beschermende kleding moet samen worden gedragen en het hele lichaam beschermen om het juiste beschermingsniveau te bereiken. De CE-labels in het kledingstuk bevatten informatie over de noodzakelijke kledingcombinatie en voor welke code letters het kledingstuk gecertificeerd is.

Voor laskleding gelden speciale ontwerpvoorschriften om te voorkomen dat lasvonken blijven hangen, denk aan het weglaten van open of loshangende zakken. Dat betekent dat het materiaal van een kledingstuk goedgekeurd kan zijn voor lassen, maar dat het kledingstuk wordt afgekeurd voor de norm EN ISO 11612 wegens het ontwerp.

Bij booglassen bestaat het risico dat de huid wordt blootgesteld aan UV-straling. Tijdens het gebruik zal het materiaal van het kledingstuk verslijten en de bescherming afnemen. Als de gebruiker    symptomen krijgt van een verbrande huid, betekent dit dat UVB doordringt. Om de bescherming van de gebruiker te verhogen en de levensduur van de kleding te verlengen, raden wij aan de kleding aan te vullen met een lasschort en laskousen. Laskleding wordt meestal gedragen in combinatie met andere PBM's, zoals een helm en handschoenen.


Voor wie?
Lassers, medewerkers van de spoorwegen, mijnwerkers, werknemers van gieterijen.

Beschermt tegen:
Lasvonken (kleine spatten gesmolten metaal),  stralingswarmte, hitte en vlammen.

De norm is onderverdeeld in twee klassen met verschillende beschermingsniveaus
Onderstaande tabel geeft een leidraad voor welke lasklasse je kleding nodig hebt. Het materiaal moet minstens 15 druppels gesmolten metaal kunnen weerstaan zonder dat een temperatuurstijging van 40°C aan de achterzijde van het materiaal huidverbranding veroorzaakt.  

Klasse 1:
Biedt bescherming voor minder gevaarlijke lasmethoden en -situaties, met lagere niveaus van spatten en stralingswarmte. Het materiaal moet bestand zijn tegen ten minste 15 druppels gesmolten metaal.

Klasse 2:
Biedt bescherming voor riskantere lasmethoden en -situaties, met een verhoogd niveau    van spatten en stralingswarmte. Het materiaal moet bestand zijn tegen ten minste 25 druppels gesmolten metaal.

A1: Beperkte vlamuitbreiding, oppervlakteontsteking

A2:  Beperkte vlamuitbreiding, randontsteking